|
||||||||
|
Dit quartet uit Finland, tot dusver volstrekt onbekend voor mij, maakt voortreffelijke muziek, helemaal passend in het hoge niveau van de hedendaagse Scandinavische jazz. Hun muziek is sterk beïnvloed door muziek uit India en Afrika en natuurlijk hun eigen muzikale ideeën. De groep bestaat uit Kaisa Siirala op alt- en sopraansaxofoon, bansuri fluit, fluit en zang, Johanna Pitkänen op piano en Fender Rhodes, Timo Tuppurainen op contrabas en Risto Takala op drums. Verder zijn te horen IIkka Arola, trompet en flugelhorn op 5 nummers, Lotta Heiskanen, viool op 3 nummers, Ali Haithem, oud op 1 nummer en Ricardo Padila, percussie op 1 nummer. Het album begint met het sfeervolle “Moon over Mysore”, het moment van de donkerste uren, net voor de dageraad. Ik ben op weg naar een yoga shala in Mysore, India. Palmbomen snijden het bleke licht van de volle maan in strepen op de stille straten. Sommige vroege huisvrouwen vegen hun voortuinen en een eenzame brommer verbreekt de stilte. Dat is de omschrijving van het nummer en het komt wonderwel overeen met de serene klanken die we horen. Ook het nummer “Tigris” is weer een stuk met heel sfeerrijke klanken vooral opgeroepen door de flugelhorn, het gaat over een oude rivier die alles heeft gezien van de evolutie en de neergang van de mensheid, de opkomst en val van imperiums en liefdesgeschiedenissen die begonnen op de mooie oevers. “Broken Dream” is opgebouwd op een toonladder die typerend is in Ethiopië. Het resultaat is spannende, bijna bezwerende muziek vooral door de oriëntaalse sfeer die door de muziek waart met ijle klanken op de fluit. Siirala werd hiervoor geïnspireerd door de Ethiopische componist Mulatu Astatke, de titel refereert aan de film Broken Flowers van Jim Jarmusch waarmee de muziek van Astatke een wereldwijde faam verdiende. “Good Times” is getuigenis van een party waar mensen dansen op Afro-beat muziek in de open lucht, Siirala wilde de goede gevoelens die hij had bij het luisteren naar zulke muziek hiermee weergeven. Het is een heerlijk en vrolijk muziekstuk geworden, iets waar we momenteel wel een sterke behoefte aan hebben. De inspiratie voor “Enigma” kwam voort uit de Enigma cijfercode die door de Duitsers werd gebruikt in W.O. II, de muziek presenteert muzikale enigma’s die het nastreeft te ontmaskeren. Het resultaat is spannende muziek die zich opbouwt tot een bevredigend einde is gevonden. In “Ekadasha” wordt gebruik gemaakt van concepten uit de Hindoestaanse muziek zoals lehra, een herhaald muzikaal patroon en teehai, een driemaal herhaald melodisch patroon, Ekadasha betekent elf in het Sanskriet verwijzend naar de muziek maat. Het romantische en pakkende “Orientaal” is een vermenging van oriëntaalse melodieën met de esthetiek van de barok. “Taa Taa Tarekita” is geïnspireerd op de moeiteloze, virtuoze en vrolijke ritmes zoals vocaal gebracht door de konnakol meesters in Zuid India, Kaisa Siirala is hier vocaal te horen met een ritmisch knap gebracht en intrigerend muziekstuk, ik herken het uit een van mijn cd’s maar ik kan er nog geen naam bij noemen. Het sluitstuk “Long Longissima” is een dialoog tussen Arabische en Westerse muziek, mede door het gebruik van Arabische instrumenten zoals de oud, helt het in mijn oren vooral over richting Oosterse muziek, heel fraai. Samenvattend is dit een bijzonder muzikaal verhaal wat deze Finnen hier vertellen, bijzonder is de synthese met Oosterse klanken en het ontbreken van de typische Scandinavische koele klanken, een absolute aanrader in mijn oren. Jan van Leersum.
|